dag 4

Bel-tegoed kopen langs de weg

Eenmaal Lilongwe uit is het verkeer snel rustig

Vrijwel op iedere weg komen we deze vakantie meer wandelaars en fietsers tegen dan auto’s

De rode en groene winkeltjes (afhankelijk van welke telefoon provider) zijn makkelijk herkenbaar en hebben meestal drinken te koop

Kamperen in een dorpje langs de weg

Vandaag is fietscomputer-gedoe-dag. In de ochtend slaat die van Jur op tilt en aan het eind van de dag de mijne. Apart, nog nooit gebeurd. Maar goed, we zijn met name de totale afstand van de fiets kwijt, het zij zo.

Fietsen is pittig vandaag en dan is dit nog het makkelijke deel van de vakantie. We fietsen nog de hele dag op asfalt op wegen met weinig potholes. De heuvels zijn pittig, maar te doen. Maar daar komt een brandende zon en een vette tegenwind bij. Te lang pauze houden betekent kuddes kinderen die ‘Mzungu / Azungu (witte – in enkelvoud of meervoud) give me money’ roepen.

Na een lange klim rond lunchtijd zit ik er helemaal door. Daar is dan gelukkig een tearoom waar we zoete melk-thee drinken met een stuk brood. Dat valt goed!

We willen in 2 dagen naar Kuti wildlife fietsen, dus na 60 km maar eens zoeken naar een slaapplek. We zien niets. Maar met handen en voeten vragend of we ergens kunnen slapen, worden we eerst naar de wc gebracht (lees: gat in de grond) maar uiteindelijk lukt het een plekje voor de tent te regelen. Redelijk privé, maar toch zijn we het vermaak van de dag voor groepjes kinderen… En volwassenen.

Koken, eten, afwassen met publiek. Dat word je best snel zat.

lees verder: dag 5