dag 12

datum di 16-08-16
van – naar Rumphi – Livingstonia
km fietsen 72 km
verblijf Stone House

Het plan is om vandaag naar de Mushroom Farm iets voorbij Livingstonia te gaan, tot vlak voor de grote afdaling. We staan iets later op dan gepland, de stroom is uitgevallen en er komt nauwelijks daglicht in de kamer waardoor we niet doorhebben dat het al 6.00 uur is geweest.

De wind waait stormachtig, grote wolken zand waaien op en ik overweeg voor te stellen nog een dag in Rumphi te blijven omdat ik geen zin heb gezandstraald te worden. Om 7.00 uur eten we in Rumphi in de luwte bij een winkeltje het bizarre ontbijt van cola en een soort oliebollen. Als we 5 kilometer later de dirt road op gaan, gaat de wind gelukkig een stuk rustiger.

Het eerste stuk gaat leuk, we slingeren over de weg om de losse stukken zand te vermijden, de temperatuur is aangenaam, de weg redelijk vlak. Uitdagend maar prima te doen. We zitten al redelijk snel op een derde van onze geplande afstand en ik denk: dit moet prima lukken. Dan zet de wind weer op, en uiteraard hebben we ‘m tegen.

De weg wordt slechter met de meest uiteenlopende soorten van dirt road. Er zijn van die verhalen dat Inuït 20 woorden hebben voor de verschillende types sneeuw. Ik overweeg 20 namen voor types dirt road te verzinnen. Steeds meer van die dirt road besluit met me mee te reizen. Ik kan me niet herinneren ooit zo vies te zijn geweest. Jur laat zien dat het nog viezer kan door languit in het zand terecht te komen.

Op 35 km zit ik er echt al helemaal door. Ik weet niet hoe ik er nog minstens zo’n afstand uit moet persen. De uitdagende weg wordt een marteling, de wind mijn ergste vijand, de vriendelijke mensen vind ik lastig en opdringerig, de mooie omgeving zie ik niet meer.

Volgens de kaart moet er over een kilometer of 5 een camping + andere overnachtingsplek zijn. Maar ja dat is dezelfde kaart die zei dat er een grote weg van Nkhata Bay naar het noorden langs het meer zou moeten lopen. We vinden niets en als we vragen, worden we met een verbaasde blik doorverwezen naar Livingstonia. We moeten dus toch verder en de vraag begint te zijn of we dat wel voor het donker kunnen halen. Een andere optie is nog een keer in een dorpje te overnachten, maar dan is de vraag of we wel genoeg water bij ons hebben. De winkeltjes onderweg verkopen geen water.

We gooien er toch maar even een langere pauze met boterhammen tegenaan en dan gaat het weer even. De weg is even wat beter en begint op en neer te gaan. Klimmen is minder frustrerend dan tegenwind, want na een klim volgt meestal een daling en/of een mooi uitzicht. Na een afdaling van een paar kilometer op redelijke ondergrond voel ik me weer een hele pief, maar de klim daarna valt wel vies tegen. Ik ga vaker en vaker lopen.

Op pure wilskracht halen we Livingstonia, ik denk dat ik uiteindelijk 10 van de 72 km gelopen heb. We geven op om naar de Mushroom Farm te gaan, want de zon is al bijna onder en dit is geen weg om in het donker te fietsen. We zoeken een plekje in het dorp, Livingstonia Lodges ziet er uitnodigend uit, maar de eigenaar blijkt er niet te zijn. We worden doorverwezen naar Stone house even verderop. In een prachtig oud missiehuis gaan we alweer bij de CCAP verblijven (Church of Central African Presbetarians).

Daar aangekomen stort ik echt in, ik zak bijna door de benen, begin te huilen en te klappertanden. Er wordt een grote teil heerlijk heet water voor me geregeld om me te wassen, we krijgen een eenvoudige maar lekkere maaltijd en ik stort in het heerlijke bed.

lees verder: dag 13