dag 10

datum za 17-08-19
van/naar van wildkampeerplek naar wildkampeerplek in Lhangai Nuruu national park
km fietsen 39km (Jurjan 47 km totaal, extra wegens water halen)
verblijf wildkamperen in Lhangai Nuruu national park (47°02′21.38″N 102°05′10.01″E)

Lekker wakker worden

Midden in de nacht worden we opgeschrikt door het geluid van galopperende paarden, luid briesend klinken ze alsof ze bijna op de tent staan. We zien echter niets door de deuropening, ik ga toch even met zaklamp naar buiten. Ik zie ze eerst niet, maar opeens kijken een heel stel lichtgevende ogen mij gefascineerd aan. Toch een stuk verder dan ik dacht. Wat een herrie maken paarden zeg!

Ik slaap vrij goed, ondanks de herrie van de paarden en een flinke plensbui op het tentdak. Vol goede moed word ik ’s ochtends wakker. Terwijl we de tent afbreken komt er weer eens een herder op een brommer langs. We praten wat met handen en voeten en bieden hem een snoepje aan. Vol verwondering kijkt hij toe hoe wij onze snoeppapiertjes keurig verzamelen in een afvalzakje dat op de fiets meegaat. Zelf gooit ’ie het gewoon van zich af, zoals helaas gebruikelijk. Zo’n groot land, met zo weinig mensen en toch ligt zelfs zo’n nationaal park vol met zwerfafval.

De tank is leeg

De goede moed zakt me vandaag echter al snel in de schoenen. De tank is echt helemaal leeg. Al in de eerste paar kilometers kom ik nauwelijks vooruit. Wie weet gaat het zo meteen beter? Nee dus… er vallen vandaag heel wat tranen. Het is hier zo mooi, ik wil dit zo graag, maar ik ben gewoon niet sterk genoeg, niet goed genoeg.

Jur helpt me waar ’ie kan. Extra pauze? Geen probleem. Kom je die heuvel zelfs lopend niet op? Dan duwen we met z’n tweeën. Trek je de brandende zon op je kop echt niet meer? Dan maken we een klein afdakje met fietsen en sarong. Met knuffels, aanmoedigingen, acceptatie dat het niet beter gaat en veel snoepjes weet ie me verder te krijgen dan ik denk te kunnen.

Als ik zeg: en nu ben ik klaar, nu gaan we kamperen, weet hij me me over te halen nog een kleine twee km verder te fietsen. Daar zou een ger kamp moeten zijn. Misschien hebben ze wel plek en misschien hebben ze wel een restaurantje en/of wat kouds te drinken. Helaas… niets te vinden. Dan maken we ons eigen kamp wel weer.

Jur besluit dat het wel fijn is als we meer water hebben. Dan kunnen we ons uitgebreid wassen en thee drinken, zonder ons kostbare drinkwater op te maken. Hij laat de tassen achter en scheurt nog even 4 km heen en weer terug met een waterzak. Kan ’ie eindelijk een beetje door fietsen.

lees verder: dag 11